De export van vliegas en zouten van Nederlandse afvalverwerkers naar Duitse zoutmijnen kan voorlopig doorgaan. De voorzieningenrechter van de Raad van State staat dit tijdelijk toe, in afwachting van een definitieve uitspraak in de bodemprocedure over het exportverbod dat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) vorig jaar afkondigde.
Nuttige bestemming voor restproducten
De Nederlandse afvalverwerkers, onder wie SNB, maakten bezwaar tegen dit exportverbod en spanden hierover een bodemprocedure aan. Vliegas en rookgasreinigingszouten blijven over als restproducten na afvalverwerking. Dit materiaal krijgt onder andere een nuttige bestemming als vulstof voor asfalt, vulstof voor bakstenen en als ophoogmateriaal in de wegenbouw. Uit de zouten wordt natrium teruggewonnen voor de productie van industrieel soda. Ook gaat een gedeelte naar Duitsland waar het wordt gebruikt als opvulmateriaal dat verzakkingen in oude zoutmijnen moet voorkomen. Dit wordt eveneens gezien als een nuttige toepassing. SNB exporteert al vele jaren een deel van haar vliegas en zout naar een zoutmijn in Sondershausen.
De Raad van State doet uiterlijk 22 februari 2019 uitspraak in de bodemprocedure over het exportverbod. Omdat enkele afvalverwerkers door het verbod in de problemen dreigden te komen, vroegen ze een tijdelijke ontheffing aan bij het ministerie. Staatssecretaris Van Veldhoven ging begin september echter niet in op het verzoek van de bestuursrechter om die tijdelijke ontheffing te verlenen. De voorzieningenrechter van de Raad van State oordeelt nu dat de export wel mag, in ieder geval tot de uitspraak in de bodemprocedure.
Nauwelijks capaciteit in Nederland
Het exportverbod van het Ministerie van I&M kwam vorig jaar als een opmerkelijke verrassing. Al sinds 2002 wordt de toepassing van zout en vliegas in Duitse mijnen door zowel de Duitse als de Nederlandse overheid als nuttig gezien. Bovendien is er nauwelijks tot geen capaciteit in Nederland om de restproducten die nu naar Duitsland gaan te laten verwerken of te storten. In februari 2019 volgt een definitief oordeel van de Raad van State over het verbod op de export van deze restproducten.
Fosfaat voor voedselproductie
Los van de juridische inzet over de nuttige toepassing ervan heeft SNB al enige jaren geleden besloten om de reststof vliegas, circa 36.000 ton per jaar, in de nabije toekomst niet meer naar Duitsland te exporteren maar naar Frankrijk. Daar verrijst, als de vergunning wordt verleend, net over de Belgische grens de eerste fabriek ter wereld die op industriƫle wijze fosfaat gaat terugwinnen uit vliegas. Fosfaat is van groot belang voor de wereldwijde voedselproductie. SNB streeft als illustratief voorbeeld van de circulaire economie al sinds de oprichting, ruim twintig jaar geleden, naar de maximale inzet van reststoffen als hoogwaardige grondstoffen.