In Nederland hebben we een teveel aan fosfaat in de bodem en het oppervlaktewater. Op het land leidt een teveel aan fosfaat tot overwoekering van zeldzame planten. Door de rijke bemesting van Nederland, maar ook door de lozing van fosfaat via het rioolwater, kwam er in het verleden veel fosfaat terecht in de Nederlandse rivieren en meren. Dit leidde daar tot algenbloei en verstikking van ander leven. Het fosfaat in het rioolwater heeft zijn oorsprong in onze menselijke uitwerpselen. Vroeger bevatten ook wasmiddelen veel fosfaat, inmiddels vrijwel niet meer. Bijna alle rioolwaterzuiveringen zijn voorzien van systemen om het fosfaat uit het rioolwater te halen. Vervolgens kan uit de as die resteert na de slibverbranding bij SNB nog fosfaat worden gewonnen.
Fosfaat en bemesting
Het fosfaatgehalte in het water en de Nederlandse bodem vormt een belangrijk aandachtspunt. Jaarlijks komt via dierlijke mest ongeveer 63.000 ton fosfaat terecht in de Nederlandse landbouwgronden. Daar komt nog eens 20.000 ton fosfaat bij via de verspreiding van kunstmest. Op dit moment heeft de Nederlandse grond genoeg fosfaat voor enkele tientallen jaren.
Nederland streeft naar het bereiken van een evenwichtsbemesting rond 2015. Dit houdt in dat de fosfaataanvoer door bemesting gelijk is aan de fosfaatafvoer via gewassen. Dit is nodig om te komen tot een aanvaardbare fosfaatconcentratie in het oppervlaktewater. Nederland is hiertoe verplicht vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Het Milieu- en Natuurplanbureau verwacht dat in Nederland de behoefte aan fosfaathoudende meststoffen zal afnemen met ongeveer 15.000 ton fosfaat per jaar. Toch zullen we volgens het Milieu- en Natuurplanbureau nog in zekere mate gebruik blijven maken van kunstmest. Boeren gebruiken namelijk kunstmest, omdat ze daarmee gerichter kunnen bemesten dan met dierlijke mest. De afname van 15.000 ton fosfaat per jaar zal daarom vooral ten koste gaan van de inzet van dierlijke mest. Download hier het rapport van Milieu- en Natuurplanbureau.